Op 26 juli 2017 heeft de rechtbank van Noord Holland een uitspraak gedaan waarin de Aangetekende Mail is meegenomen in de rechtelijke beoordeling. De jurisprudentie wijst uit dat de zending van de Aangetekende Mail als bewezen kan worden aangemerkt.
Jurisprudentie Aangetekend Mailen
4.6. Met betrekking tot de aangetekende e-mail ligt dat anders. [gedaagden] hebben in dit verband een overzicht van KPN Aangetekend Mailen d.d. 14 juli 2015 overgelegd (zoals weergegeven onder r.o 2.15). Blijkens dit overzicht is de aankondiging van de e-mail van [gedaagden] met de ontbindingsverklaring op 22 juni 2015 om 12:10:10 uur aangeboden aan de mailserver van [mailadres] , welke aankondiging door deze mailserver om 12:11:06 uur is aangenomen. Op 28 juni 2015 om 08:00:07 uur is een herinnering van de aankondiging aangeboden, welke aankondiging op 28 juni 2015 om 08:01:06 uur is aangenomen. Uiteindelijk is de aangetekende e-mail 4 juli 2015 om 08:00:06 uur verwijderd vanwege het verlopen van de ophaaltermijn.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende komen vast te staan dat de ontbindingsverklaring per e-mail [eisers] binnen de wettelijke bedenktijd heeft bereikt. [gedaagden] hebben voldoende aannemelijk gemaakt (en [eisers] hebben dit onvoldoende gemotiveerd weersproken) dat de aankondiging van de aangetekende e-mail op 22 juni 2015 door de mailserver van de provider van [eisers] in de aldaar voor [eisers] aangehouden persoonlijke mailbox is ontvangen via het e-mailadres (mailadres), het e-mailadres waarmee [eisers] blijkens de door partijen overgelegde stukken pleegden te communiceren en waarvan [gedaagden] redelijkerwijs mochten aannemen dat [eisers] daar konden worden bereikt. Met de ontvangst van deze aankondiging door de mailserver van [eisers] kan worden gezegd dat de e- mail het digitale postvak van [eisers] heeft bereikt. De vergelijking kan worden gemaakt met de gang van zaken bij de gewone postbezorging. Als een aangetekende brief geweigerd wordt of bij geen gehoor na achterlating van een afhaalbewijs niet wordt afgehaald bij het postkantoor geldt deze in beginsel toch als ontvangen. Eventuele gevolgen van dit weigeren of niet ophalen komen voor rekening en risico van de ontvanger. In het onderhavige geval komt de omstandigheid dat [eisers] de e-mail blijkbaar niet hebben opgehaald ook voor hun rekening en risico. Bepalend is dat [eisers] over de ontbindingsverklaring hadden kunnen beschikken en hiervan redelijkerwijs kennis hadden kunnen nemen.
Het volledige vonnis van 26 juli 2017 is hier te lezen.